graan en bloemen

Zet het voedselvraagstuk op één

Terwijl in het nieuws het ene na het andere bericht voorbij komt dat boeren moeten stoppen, lees ik elke dag een hoofdstuk in het boek Drawdown. Deze ‘toevallige’ samenloop werkt verhelderend. 

Het boek maakt namelijk het enorme belang (nog eens) duidelijk om verstandig om te gaan met het voedsel- en landbouwvraagstuk, uit het oogpunt van klimaatverandering. Voor degenen die het nog niet kennen: Drawdown is een uitgebreid project waar talloze wetenschappers aan gewerkt hebben om inzicht te krijgen en te geven hoe we als wereldwijde samenleving klimaatontwrichting kunnen keren. De focus ligt daarbij op broeikasgassen zoals CO2 (vaak uitgedrukt in CO2-equivalenten). Van honderd verschillende soorten maatregelen is in kaart gebracht wat de toekomstige realistische bijdrage kan zijn aan het reduceren van broeikasgasuitstoot (inclusief de investeringen én besparingen die daarmee gepaard gaan). 

Voedsel en landbouw heeft de potentie om 26% bij te dragen aan keren klimaatverandering

Het is indrukwekkend hoe hoog voedsel- en landbouwgerelateerde maatregelen scoren. Veel hoger dan ik gevoelsmatig had verwacht (zo zie je maar: cijfers en berekeningen kunnen soms echt helpen om onze wereld beter te begrijpen). Door de potentieel te reduceren CO2-uitstoot van maatregelen als o.a. bosbeweiding, teelt tussen bomen, regeneratieve landbouw, plantenrijk dieet en bioplastics bij elkaar op te tellen, komt het op een geschatte 276 gigaton aan CO2-reductie[1]. Dat gaat om realistisch haalbare en financieel rendabele maatregelen. In totaal (d.w.z. alle soorten maatregelen bij elkaar waaronder zonne-energie, windturbines, duurzame mobiliteit, bosaanplant, geboorteplanning en duurzaam bouwen) is een besparing van 1.051 gitaton nodig om op een positief scenario voor broeikasgasuitstoot uit te komen. Dus maar liefst ruim 26% daarvan is voedsel- en landbouwgerelateerd. Een enorme impact!

Deze cijfers hebben Nederland wat te vertellen. Precies nu! Als we ons nu alleen maar focussen op de (korte termijn) stikstofproblematiek, dan doen we onszelf als land en zeker ook de boeren enorm tekort. Nederland heeft én de kennis én de vruchtbare grond én de boeren om voorop te lopen in het omvormen van het voedselvoorzieningssysteem naar een toekomstbestendige vorm. Als wij het niet doen, wie dan wel? 

Misschien komt de vraag op: maar als we de landbouw flink reduceren, dan is dat toch ook gelijk gunstig voor het klimaat? Maar dat is een te beperkte blik. Voor het vinden van de weg vooruit naar een volhoudbare en waardevolle manier van leven op aarde, gaat het er absoluut níet om te stoppen met het produceren van voedsel. Het gaat er juist om te erkennen dat voedsel essentieel is. We hebben te leren hoe we voldoende voedsel kunnen produceren, distribueren en consumeren zónder het klimaat te verstoren. 

Nederland heeft morele plicht én eigenbelang om voortrekkersrol te pakken

Dat percentage van 26% is nogal wat. Natuurlijk is er wereldwijde schaalgrootte nodig voor de (landbouw)transitie, maar Nederland kan de weg banen. Uiteraard in samenwerking. We hebben een morele plicht én een eigenbelang om die rol te pakken. Waar het stikstofprobleem nu de gemoederen in Nederland bezighoudt, staat klimaatverandering al hard aan de poort te rammelen om alle aandacht voor zich op te eisen. Het klimaatprobleem gaat hoe dan ook onze levens en onze systemen drastisch veranderen. We kunnen er onmogelijk omheen. Dat kun je zien als een probleem, maar het is ook een geweldige kans. De kans om onze eensgezindheid te hervinden en met lef, leiderschap (zeker niet alleen vanuit de politiek) en verstand van zaken dát te doen wat nodig is. Voor de stikstofproblematiek, voor het klimaat en voor het voeden van alle monden. Ja álle monden, want met de Nederlandse vruchtbare grond en de voorsprong die we hebben, kan en moet ons land leiderschap tonen om te ontdekken hoe de wereldvoedselvoorziening te borgen en tegelijk het ecosysteem te herstellen. Nu investeren in onze grond, boeren, kennis en duurzame innovaties voor de lange termijn, betekent dat Nederland al op korte termijn een voorbeeldrol vervult. Met alle voordelen van dien. 

Voedsel blijft de basis

Dit pleidooi om het voedselvraagstuk op de eerste plaats te zetten heeft, los van cijfers en berekeningen, ook een heel simpele logica. De mens is 100% natuur. Net als alle soorten zijn ook wij volledig afhankelijk van de aarde (en elkaar) om in onze levensbehoeften te voorzien. Het op orde hebben van de voedselvoorziening is voor elke samenleving, klein of groot, historisch of modern, de primaire basis waar álle andere verworvenheden van een beschaving op gebouwd worden. Zodra door een crisis de structuren van een samenleving wegvallen, is voedsel altijd het eerste wat de aandacht opeist (denk aan ons ‘instinct’ om te gaan hamsteren toen de corona-crisis begon). Omdat we nu in een tijd leven dat we crisis na crisis op ons af zien komen, is volop inzetten op volhoudbare voedselvoorziening het enige verstandige wat we kunnen doen. 

Laten we als Nederland gaan ontdekken hóe dit te doen vanuit eensgezindheid, kracht, realiteitszin en liefde voor het leven.[2]


[1] Ik ben uitgegaan van landbouw- en voedselgerelateerde maatregelen die op Nederlandse bodem toepasbaar zijn: Voedselverspilling tegengaan (71 gigaton), Een plantenrijk dieet (66 gigaton), Bosbeweiding (31 gigaton), Regeneratieve landbouw (23 gigaton), Conserverende landbouw (17 gigaton), Teelt tussen bomen (17 gigaton), Gecontroleerde beweiding (16 gigaton), Herstel van landbouwgrond (14 gigaton), Biomassa (als tijdelijke overgangsoplossing) (8 gigaton), Bioplastics (4 gigaton), Biomassa uit vaste planten (3 gigaton), Composteren (2 gigaton), Nutriëntenbeheer (2 gigaton), Landbouwirrigatie (nauwkeurige afstemming daarvan) (1 gigaton) en Biochar (1 gigaton). Het project Drawdown heeft er in de berekeningen voor gezorgd dat dubbeltellingen zijn voorkomen en beoordeelt uiteraard elk van de maatregelen op wereldschaal. (Drawdown, Paul Hawken, 2018).

[2] Mijn plan is om binnenkort een aanvulling hierop te schrijven, waarin ik inga op drie relevante uitdagingen om daadwerkelijk deze weg in te slaan: de financiële en economische kant, de mindset-kant en het omgaan met specifieke dilemma’s (o.a. woningbouw versus landbouw). Voor eenieder die (net als ik) vooral houdt van dóen, verwijs ik naar unitedeconomy.nl, waar bedrijven in de praktijk samen werken aan systeemverandering.